Biep, biep, biep... de piepjes komen me met hun monotone geluid tegemoet. Ik sjok achter een verpleegkundige aan. Warm aangekleed in mijn trainingspak en een dik vest. Mijn haar in een knot, al 3 dagen niet gedoucht en mijn gezicht getekend en vrijwel make up loos. 'Ga hier maar zitten', de verpleegkundige wijst naar het bed op de SEH. Terwijl ik mijn schoenen uit trek verontschuldig ik mezelf; 'normaal zie ik er zo niet uit hoor. Dan loop ik er echt niet bij als ma Flodder. Zoals nu'. Waarom doe ik dit, waarom verontschuldig ik mezelf om hoe ik er uit zie?

Ik ben ziek. Al ruim een week, mijn longen zitten vol, ik heb al dagen flinke koorts en voel me ziek. Vandaag besloot ik om de huisarts even te bellen om te vragen of mijn hart het nog goed genoeg deed. Ik merk dat heel mijn lijf een oplawaai krijgt als ik ziek ben. Sinds kort heb ik een nieuwe huisarts, een jonge vrouw, en ik vind haar geweldig. Als ik voor haar in de spreekkamer zit verontschuldig ik me weer, 'jij ziet mij alleen als ik er elke keer belabberd uit zie, je weet helemaal niet hoe ik er normaal uit zie.' Ze neemt me bedachtzaam op met haar ogen en stelt kritische vragen. 'Het duurt te lang', zegt ze. 'Met jouw voorgeschiedenis vertrouw ik dit niet'. 'Ik ga niet naar het ziekenhuis. Het enige wat ik wilde weten was of mijn hart het nog trekt'. Weer die bedachtzame ogen van haar. 'Weet je wat we doen? Ik ga telefonisch overleggen met je cardioloog en de internist van het ziekenhuis en dan bel ik je terug met een plan. Ondertussen ga jij lekker naar huis.' Ik trek mijn jas al zuchtend aan en loop met zware benen naar de deur. 'Tot straks aan de telefoon', zeg ik tegen haar. Ik voel de bui al hangen. Ik stap mijn auto in en rij naar huis. Thuis zak ik meteen met brandende ogen op de bank. Blegh, wat voel ik me beroerd. De telefoon gaat. Nu al? 'Hallo met de huisarts, de cardioloog en ik willen dat je je meteen meld op de SEH. Better safe than sorry. Even bloedprikken en een longfoto maken. Dan weten we in ieder geval meer dan nu'. Rustig luister ik naar wat ze zegt. Ze heeft wel gelijk. 'Okay', zeg ik. 'Bedankt', en ik hang de telefoon op. Mijn hoofd is uiterst rustig en routinematig pak ik een rugzak uit de kast en begin wat spulletjes in te pakken. De ervaring leert dat je soms tóch moet blijven en dat veel medicatie die ik gebruik niet op voorraad is in het ziekenhuis. En dus neem ik alles maar mee. Als ik mijn tas gepakt heb stap ik weer in de auto. Alleen. Ik heb geen zin in gezelschap. Ik wil alleen maar rust om me heen, rust in mijn hoofd, rust in mijn lijf. Braaf meld ik me bij de Spoedeisende hulp van het Elisabeth ziekenhuis. Met mijn volle rugzak zak ik op een stoeltje in de wachtkamer. Ik heb nog niet gegeten. Mijn ogen speuren de wachtkamer af maar zien, zoals eerder, geen automaat met eten staan. Ik leun met mijn hoofd tegen de muur, moe.
Mijn naam wordt geroepen, ik sta sloom op en loop als een mokkend kind naar de verpleegkundige toe. Ik heb geen zin om hier te zijn, geen zin om aardig te zijn en zeker geen zin om van alles te ondergaan.'Hallo' mompel ik vanachter mijn sjaal. De schuifdeuren gaan langzaam open en het lijkt alsof ik een andere wereld betreed. Het is hier stil, steriel en de pomp- en hartmonitorgeluiden komen op me af. De haartjes op mijn armen gaan een beetje omhoog staan. Deze geluiden geven me nog steeds kippenvel. Het lijkt alsof ik terug in de tijd ga. Stil, ziek, alleen, kwetsbaar.
Als ik eenmaal op bed lig gaat alles snel. Dat ben ik niet gewend, maar het is fijn en het zorgt ervoor dat ik niet teveel ga nadenken. Er wordt een infuus geprikt. Tenminste een poging tot... Er wordt geprikt en de ader wordt gemist, en nog eens en nog eens. De laatste keer blijft ze onder mijn huid zitten met de naald en gaat 'zoeken' naar een ader. Lotgenoten zullen weten hoe dit voelt...
Ondertussen komt de verpleegkundige binnen en stelt me vragen, tijdens het 'graven' naar een ader. Ik kijk naar mijn arm en zie het blauw worden, ik zeg niks en laat het maar gebeuren. 'Straks ben ik toch weer thuis, en dan moet ie er toch weer uit', denk ik eigenwijs. Ik geef kort en snel antwoord op de verpleegkundige en ondertussen zit ook het infuus op een goede plek. 'Moet er ook Kalium bepaald worden?' vraag ik geroutineerd. 'Want dat kan niet vanuit een infuus en zeker niet als het gestuwd geprikt is. Dan wordt de waarde namelijk vals hoog'. De verpleegkundige kijken elkaar aan en zeggen verder niks. Het valt me op dat het nog jonge dames zijn en ik voel me meteen een ouwe zeikerd en zeg verder dus maar niks.
'Ga je mee voor de longfoto?', een nieuw gezicht meld zich bij de deur. Ze loopt vlot voor me uit en ik kan haar tempo niet bijhouden. Mijn kloppende hoofd en de sterretjes voor mijn ogen beletten me om vlugger lopen. Als de deur van de röntgen zich opent, schiet er weer een snelle flashback van vroeger voor mijn ogen. Het apparaat is niks veranderd ten opzichte van toen. Wat ligt de medische wetenschap toch nog met veel dingen achter op zijn tijd... Ik doe precies wat me gevraagd wordt en de vrouw komt naar me toe. 'Heb je iets van een ketting om? Ik zie namelijk iets op de röntgenfoto ter hoogte van je linkerborst.' Mijn hand gaat meteen naar de plek die ze benoemt en ik moet lachen. 'O dat...hahaha dat is mijn ILR, een interne hartregistratie monitor, die blijft daar 3 jaar zitten.' De vrouw heeft er duidelijk nog nooit van gehoord. 'Wil je zien hoe het eruit ziet?', vraagt ze. Ik weet al lang hoe het er uit ziet maar loop graag mee achter de glazen beschermwand. Ik zie mijn longfoto en automatisch scannen mijn ogen meteen op witte puntjes. Longkanker laat zich zien als spierwitte vlekken of puntjes. De vrouw wijst de ILR op de foto aan. 'Kijk daar zit ie', zegt ze bijna trots. Ik knik. 'Klopt, nu heb jij deze ook een keer gezien'. zeg ik. 'Die longen zien er prima uit', gaat er door mijn hoofd als ik weg loop.
Eenmaal terug op de kamer komt meteen een jong meisje de kamer in. Ze is ANIOS. Basisarts zonder specialisme. Ze stelt wederom standaard vragen. Ook zij weet niet wat een ILR is. En begrijpt weinig van mijn voorgeschiedenis merk ik. Begrijp me niet verkeerd, ze is aardig. Net als de verpleegkundige. Maar je merkt dat er nog geen ervaring in zit. Ervaring die juist op de SEH zo belangrijk is. Daar moet immers snel en op de juiste manier gehandeld kunnen worden. De uitslagen druppelen binnen en bloed en longfoto zijn goed. 'Kalium was zelfs hoog!' zegt de ANIOS bijna trots.
Ja duh, dat komt dus door het gestuwde prikken en het bloed uit het infuus halen. Precies zoals ik al eerder aangegeven had. 2 Dingen die niet mogen van de cardioloog omdat de waarde dan vals hoog en dus niet betrouwbaar is, maar ik zeg niks. Ik wil naar huis. Vlug trek ik mijn schoenen en jas weer aan en sjok richting uitgang. Als ik de motor van mijn auto start en richting huis rij, overdenk ik deze avond in vogelvlucht. Iedereen was ontzettend lief, echt. Maar mijn vertrouwen in de medische wereld is nog steeds hetzelfde. Ik kan er niks aan doen. Er is teveel gebeurd de afgelopen jaren en er wordt, nog steeds, te weinig geluisterd...
Reactie plaatsen
Reacties