Het is bijna 5 maart 1986. De dag dat mijn been geamputeerd gaat worden. De dag waar ik al zo lang tegen op zie. Ik ben zenuwachtig en weet niet zo goed wat ik moet verwachten. Daarbij ben ik er nog steeds niet voor 100% uit of ik de omkeerplastiek eigenlijk wel wil..? De afgelopen weken kreeg ik continu krantenartikelen onder mijn neus gedrukt van papa. Samen met de chirurg heb ik filmpjes bekeken van een Engels meisje die ook een omkeerplastiek had. Zij stond met een kaal hoofd, maar mét omkeerplastiek op de schaatsen. Dat zou ik ook wel willen...schaatsen met een beenprothese...
Mijn omgeving vindt de keuze niet moeilijk. Iedereen in mijn gezin zegt dat ik voor de omkeerplastiek moet gaan. De chirurg ook. Ik voel me een bepaalde richting opgeduwd. De kant van de omkeerplastiek. Eigenlijk wil ik, als ik heel eerlijk ben, liever mijn hele been er af. Ik vind de omkeerplastiek er zo raar uit zien. Een beetje eng zelfs...
Mijn gedachte gaan terug naar de afgelopen maanden. De chemotherapie die ik kreeg was nodig om de kans op uitzaaiingen te verkleinen. Maar wat werd ik daar enorm ziek van zeg. Het is bijna niet uit te leggen aan mensen die nooit chemotherapie gekregen hebben wat dat met je lichaam doet. Dagenlang stroomt er gif via een infuus door je aderen. Helderrode vloeistof dat je lijf in stroomt. De infuusfles, afgeschermd met een rode zak met een doodshoofd erop. Vanwege het hoge gifgehalte. Mijn lichaam heeft zich verzet door wekenlang te kotsen, koorts te krijgen, een mond vol zweren en blaren. Maar het ergste van alles...ik verloor mijn haar. Ik ben nu zo kaal als een biljartbal. En de grootste ingreep moet nog komen, de 'grote' operatie.
Ik weet niet of ik er wel klaar voor ben. Of mijn lichaam al genoeg is aangesterkt om dit aan te kunnen? De omkeerplastiek operatie duurt ruim 9 uur. De algehele amputatie 2 uur. Weer een reden om voor het laatste te kiezen.
Maar ik heb een 'deal' gemaakt met de chirurg. Ik laat de omkeerplastiek uitvoeren, maar als ik er niet aan kan wennen dan wil ik alsnog mijn gehele been eraf. De chirurg ging akkoord. In mijn hoofd heb ik alles duidelijk; een week nadat de omkeerplastiek is uitgevoerd ga ik aangeven dat ik mijn hele been eraf wil hebben. Niemand kan dan zeggen dat ik het niet geprobeerd heb. En zo kruipen de dag voorbij totdat 5 maart aanbreekt.

6 Maart 1986
Mijn ogen gaan langzaam open op de intensive care. De afgelopen nacht was erg onrustig. Pijn wisselde zich af met onrust. Nu de dag aangebroken is lijkt alles wat lichter. De zon schijnt voorzichtig mijn kamer in. Ik kan mijn hoofd niet bewegen door de infusen die in mijn halsslagaders zitten. Naast me hoor ik wat geschuifel en ik voel hoe iemand mijn hand vastpakt. Het is papa. 'Gaat het?', vraagt hij zachtjes aan me. Onze ogen vinden elkaar en ik sla ze neer ter bevestiging. Mijn mond voelt droog en hij maakt mijn lippen nat met een vochtig sponsje. 'Gaat goed hoor', zeg ik met schorre stem. 'Ik wil mijn been zien.' En ik probeer met mijn hand naar het laken te grijpen. Maar deze zit vast aan allerlei slangetjes die het onmogelijk maken om zelf het laken te bereiken. 'Doe maar niet, het is nog te snel', zegt papa. Ik zie zijn bezorgde blik. Hij is bang dat ik het mentaal nog niet aan kan. 'Pap, ik moét het zien anders durf ik niet meer'. Papa probeert me nogmaals tegen te houden. Ik trek mijn hand met een ruk naar het laken waardoor verschillende snoertjes losraken en er verschillende alarmen af gaan. Voorzichtig til ik het laken op en kijk naar de plek waar vroeger mijn rechterbeen zat. Ik voel er niks bij. 'Het is goed pap.' En ik val weer in een verdovende slaap die gecreëerd wordt door de flinke hoeveelheid morfine.
2025
Vandaag is het bijna 39 jaar geleden dat ik een omkeerplastiek kreeg. Die algehele amputatie heeft nooit meer plaats gevonden. Vanaf dag 1 was het goed zoals het was. De voorbereiding was zo goed geweest dat ik precies wist wat ik kon verwachten. Zodra ik mijn omkeerplastiek zag hoorde deze bij mij. Toen ik maanden later een prothese aangemeten kreeg voelde ik me weer volwaardig en compleet. Als ik in de spiegel keek zag ik weer 2 benen. De omkeerplastiek was erg functioneel. Langzaam leerde ik weer lopen. Mijn prothese droeg ik van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
En nog steeds. Het is de beste beslissing die ik had kunnen maken. Praktisch gezien kon ik vrijwel alles, behalve hardlopen. Toen ik 24 was haalde ik mijn motorrijbewijs en kocht een motor.
Als ik mijn prothese uitdoe en van bovenaf op mijn omkeerplastiek kijk ben ik volledig gewend aan het beeld. Doch, als ik voor de spiegel sta zonder prothese dan vind ik het nog steeds een raar gezicht. IJdelheid speelt in deze dan toch nog steeds een rol blijkbaar. Maar het was (achteraf) nooit een reden geweest om de ingreep niet te doen. Dit kleine been hoort bij me. Het maakt me tot wie ik ben. Als ik dat had kunnen zeggen tegen de 11-jarige Lysette destijds dan was de keuze een stuk gemakkelijker voor me geweest.
Als je ooit voor de keuze komt te staan; neém die omkeerplastiek. Het maakt je leven een stuk gemakkelijker dan een algehele amputatie. En je behoudt meer van jezelf. Letterlijk. Praktisch gezien bied het je veel meer mogelijkheden en je mobiliteit is een stuk groter.
Wat ben ik blij dat ik ooit deze keuze maakte. Ik schaam me er niet meer voor. Dit is wie ik ben. Mét omkeerplastiek. En daar ben ik o zo trots op!
Reactie plaatsen
Reacties